Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Hoor, o onze God! [10]dat wij [11]zeer veracht zijn, en keer [12]hun versmaadheid weder op hun hoofd, en geef hen over tot een roof in een [13]land der gevangenis. 10. Of, want zij zijn veracht. 11. Hebreeuws, een verachting. 12. Dat zij ons aandoen. 13. Waarheen Gij hen zult mogen verstoten. Dit wenst Nehemia uit een heiligen ijver tot Gods eer, en tegen Gods en zijns volks bittere vijanden.